De ombouw van de broodoven

De ombouw is klaar. Een pure metselaar legt zo'n 500 a 1000 stenen op een dag maar daar kom ik niet aan. Maar het bedje van de metselaar is meestal al gespreid; de bakstenen staan netjes voor hem klaar en de metselspecie is gedraaid.

De eerste 2 lagen van het metselwerk

Hiernaast de eerste 2 lagen van de ombouw. Om de ombouw te beschermen tegen de elementen gebruik je voor de onderste laag nieuwe, kwalitatief goede stenen. Ook meng je voor deze laag een sterke (waterdichte) metselspecie van portlandcement en zand in een verhouding 1:3.

Voordat een nieuwe laag wordt gemetseld, wordt het metseldraad op de nieuwe hoogte (de bovenkant van de nieuwe laag) gebracht. Dit is simpel want op alle metselprofielen is namelijk al eerder een laagverdeling aangebracht welke is gekopieerd vanaf de zogenaamde lagenmaat.

NB: Een laag is gelijk aan de dikte van een steen plus de dikte van een voeg. De lagenmaat is een lat met een serie strepen (de laagverdeling) waarvoor geldt dat de onderlinge afstand tussen de strepen precies 1 laag telt.

De ombouw van de oven voor de helft klaarHiernaast is de ombouw al half klaar.

Voor het bepalen van de laagdikte ga je bij oude stenen uit van een gemiddelde dikte. Deze bepaal je als volgt. Leg 10 stenen op elkaar en meet de hoogte. Deel de hoogte door 10 je hebt de gemiddelde hoogte van een steen. Neem de voeg wat dikker om stenen die dikker zijn dan gemiddeld op te kunnen vangen.

De metselspecie is er een van zand, cement en kalk in een verhouding 25:5:4 (in de praktijk al gauw 5:1:1). Het gebruik van kalk maakt de mortel elastisch en makkelijker verwerkbaar. Bovendien is een muur gemetseld met kalk ook weer af te breken zonder dat de stenen verloren gaan.

Het toevoegen van kalk aan een mengsel van cement en zand raakt een beetje in onbruik. Tegenwoordig zijn kant-en-klare metselmortels te krijgen in de juiste mengverhouding.

Een mal voor de boog van de opening van de houtopslagDe profielen voor de opening van de houtopslag zijn hier ondertussen vervangen door een mal voor de boog boven de opening. De boog is een cirkeldeel. Als straal van het cirkeldeel wordt vaak zo'n 1.5 keer de lengte van de overspanning aangehouden maar dit geeft in dit geval een relatief flauwe boog. Een iets meer uitgesproken boog is mooier.

Belangrijker voor de bepaling van de (straal van de) boog zijn echter de volgende, vaak toepaste randvoorwaarden. De bovenkant van de boog moet samenvallen met de onderkant van de lintvoeg van de bovengelegen laag (zie de foto). De geboorte van de boog moet aan de bovenkant samenvallen met een lintvoeg van het omringende metselwerk. Dit laatste voorkomt het moeten toepassen van stenen met een visbek.

De boog van de opening van de houtopslag is gereedDeze laatste voorwaarde is hier niet toegepast, hetgeen resulteert in een wat minder mooie boog.

Achter de boog de assleuf die is aangesmeerd om te voorkomen dat de as blijft hangen in de perlitelaag.

Weer een fase afgerondAanschouw de ombouw in volle glorie. Boven op de ombouw staat de mal voor de rookvang, de volgende fase.